Columns

De bossen van Beuningen

Onze kerk heeft een gezellige buur, het pittoreske dorpsrestaurant ‘de Bisschop’. Met een fraai terras. Je kunt er gezellig lunchen. Op het moment dat je de huiskamer van ons dorp binnenloopt, is het leven ineens overzichtelijk en te behappen. Nog niet zo lang geleden kon je er ’s avonds een hapje eten. Met collega’s, met familie, met vrienden, met de buren deed ik dat op gezette tijden. Reden: bij Guus en Maartje was er altijd een plekje voor mijn geraniums.

Guus kookte, Maartje serveerde. Een eenvoudige kaart met rechttoe rechtaan gerechten als schnitzel en hamburger en verrassende toetjes. En niet te vergeten ‘de soep van de dag.’  Maartje voelde als geen ander aan of je nog een drankje wilde. En op het einde van de maaltijd een praatje met en de complimenten voor de kok. Voldaan ging je op zoek naar je jas. 

Guus spreidde zijn vleugels en vloog met zijn koksmuts naar elders. Maartje bleef. Gelukkig. Zij nam de keuken over en kokkerelde erop los. Ze bakte heerlijk bruin. Maartje hing haar schort onlangs ook aan de wilgen en vertrok naar de bossen van Beuningen. 

En lees je het woord ‘bossen’, dan denk je ogenblikkelijk ‘wolf’. Maakt u zich geen zorgen. Maartje zal Bor van harte welkom heten. Die hebben meteen een klik. Dat zit in de genen. Haar ouders waren namelijk destijds allebei groot fan van Bor de Wolf van de Fabeltjeskrant. Pa was zelfs voorzitter van de fanclub. Maartje en Bor worden maatjes in de bossen van Beuningen. Met de zegen van de bisschop. Oh ja, bijna vergeten te vertellen: Bor is de opa van Bram. 

 

Peters Pen