Columns

De dame met de rode helm

Ik stond te wachten bij het kruispunt van Frans op de Bult. Stoplicht eindelijk op groen. Door. Het begon zachtjes te regenen. Ik had al een keer omgekeken want ik had het gevoel dat er iemand achter me fietste. Dat klopte. Ik keek nog eens. Ze was er nog en fietste in de waaier. “Ik kom wel naast je fietsen.” Het stopte met zacht regenen. Zo maar even de regenbroek aandoen, dacht ik bij mezelf.

Zij trapte af. “Werk je in Hengelo?”  “Ja”, antwoordde ik, “bij ROC van Twente, op de Gieterij. Vandaag voor het laatst. En jij?”  “Ik werk bij Norma”, vertelde ze, “sluit goed aan bij mijn opleiding Werktuigbouwkunde.” “Heb je aan de Universiteit Twente gestudeerd?” Ze knikte. “Daar heb ik ook gewerkt”, liet ik weten. “Mijn zoon studeert er nu computerscience”, zei ze met een trotse glimlach. Het oersaaie fietspad fleurde helemaal op. 

Het goot inmiddels. “Wil je geen regenbroek aantrekken?”, vroeg ik. “Zit wel in de fietstas”, bekende ze, “maar we fietsen naar huis en dan is het niet zo erg als je nat wordt. En het is zo’n gedoe.”  Helder verhaal. Ik besloot meteen mijn regenbroek ook maar te laten zitten.

“Hoeveel kilometer fiets je?”  “17,4. Op de kop af”, zei ik. “Ik zo’n zestien, tenminste als ik over het Hulsbeek ga. Ik moet nu naar het centrum.” En als een speer sloeg ze plotseling rechtsaf de tunnel in. Weg was ze. Tussen de regendruppels door keek ik haar na. De dame met de rode helm. Mooie titel voor een film.