Onze buurman komt op een ongebruikelijk tijdstip binnen wippen. Dat moet er iets bijzonders aan de hand zijn. Klopt. Zijn zwager is overleden. “Ik wol eff’n zegg’n dat Toon Schulten is overled’n.” Toon, zo vertelde hij, was al lange tijd “an ’t knooi’n.” Het was op. Wanneer ik de kunstschilder uit Ootmarsum zag, moest ik altijd denken aan Jan Kruis, de man van de Libellestrip ‘Jan, Jans en de kinderen’. Daar had hij iets van weg: grijze krullen, bril, beetje hetzelfde gezicht. Zo af en toe stond er een interview met de markante kunstschilder in de krant. Uit deze gesprekken is mij bijgebleven dat hij altijd ’s nachts schilderde. In stilte. Hij liet optekenen dat hij het goede leven omarmde, een wijntje en een sigaartje op zijn tijd. Je zag hem zomers zitten op het terras van zijn stad die hij liefhad. Ik heb geen verstand van schilderijen maar één ding kan ik wel uit zijn werk afleiden, Ton Schulten hield van kleur. Al zijn werken ademen kleur. Het is dan ook geen toeval dat hij vertrokken is op het moment dat de herfst zijn allermooiste kleuren toont. Afscheid in stijl noemen we dat. Ik ben geen Siepel. Maar als ik er eentje was dan liet ik voor de hele stad vlaggen maken met één van zijn kleurrijke werken erop. Die zou ik in het kunstrijke centrum uitdelen met het verzoek deze op te hangen. Niet half- maar heelstok. Wat zou hij ervan genieten daarboven. Ton Schulten, de kunstschilder oet Oatmuske is vertrokken naar de hemel. Met penseel en doek, zodat hij daar zijn passie kan blijven uitoefenen. Voor altijd