Het afscheid van mijn overleden zus was indrukwekkend mooi. De Nicolaikerk in Utrecht ademde rust en vrede. We zaten in twee halve cirkels rond de mand met haar lichaam. Er klonk stemmige muziek. Mijn zwager vertelde over hun eerste ontmoeting. Hij zat toen wat in de put, maar zij beurde hem op. Het waren vele goede jaren die ze daarna samen hadden gedeeld. Ook ik haalde herinneringen op uit een voorbij verleden. Jenneke was tien jaar ouder dan ik. Ooit had ze een spaarpot gegeven voor mijn verjaardag. Een houten huisje met een gleuf waar het geld in kon. Als je de vloer een halve slag draaide, kon je de guldens, kwartjes en dubbeltjes er gemakkelijk weer uithalen. Veel bleef er niet in. Aan de onderkant had ik het adres geschreven. Ewijcksingel 3, Meppel en daarbij het telefoonnummer dat destijds nog uit 4 cijfers bestond. Waarschijnlijk was ik bang mijn kostbare bezit kwijt te raken. Mocht iemand het vinden, kon hij of zij het eenvoudig terugbrengen. Ik heb de spaarpot altijd bewaard. Niet om geld in te stoppen, maar als aandenken. Ons hoofd is eigenlijk ook een spaarpot. Alle kostbare indrukken worden erin verzameld. Het is een schat aan herinneringen die troost geven in tijden van verdriet. Ik sprak nog enkele woorden over wonen. Mijn zus en haar man zouden juist verhuizen. Dat heeft ze niet meer mee mogen maken. Hij is nu alleen op het adres, waar ze samen zouden gaan genieten. Het zal leeg voelen, zoals dat houten spaarpotje, maar ik hoop dat mijn zus in zijn hoofd woont, zoals ze was. Een lieve, leuke en positieve vrouw. En dat de kinderen en kleinkinderen snappen dat ze nu in het licht is en altijd dichtbij zal zijn. Dankbaar ben ik voor wat ze gaf.
Ds. Roelof Kloosterziel